''ik ben bang voor straf en wil vrij zijn''

Er zijn verschillende therapievormen die ik bij gezinnen inzet, afhankelijk van de problematiek en de reden van aanmelding.

Ouderbegeleiding: Als een kind in therapie komt worden de ouders daar vanzelfsprekend bij betrokken. De ouderbegeleiding houdt in, dat we de klachten van het kind inzichtelijk maken en praktische adviezen voor de omgang geven. Bij behandeling van jongeren wordt de (mate van) betrokkenheid van de ouders in samenspraak met de jongere bepaald.

  1. EBL: Als mensen meer willen weten over de belevingswereld van hun kind. Een Emerging Body Language (EBL) onderzoek kan inzicht geven in de verschillende ontwikkelingsniveaus van een kind. Hierdoor kunnen er handvatten worden gegeven om beter aan te sluiten bij het kind als er sprake is van bijvoorbeeld autisme, hechtingsproblematiek, ontwikkelingsproblemen of wanneer er door hoogbegaafdheid een scheve balans is ontstaan in de emotionele en cognitieve ontwikkeling.
  2. Familieopstelling (met poppetjes): Als mensen meer willen begrijpen over de wisselwerking tussen hen als ouders/opvoeders. Gesprekken en werken met familieopstellingen door duplopoppetjes kan inzicht geven en we kunnen via werkvormen oefenen in anders communiceren.
  3. Gezinscreatieve therapie: Als er thuis teveel ruzie en gedoe is en het niet meer lukt om op een positieve manier met elkaar om te gaan. Therapie met het hele gezin kan dan een mogelijkheid zijn. Door middel van gezinscreatieve therapie kun je leren door ervaren en doen ipv praten over opvoeden.

Achtergrond informatie:

1) Emerging Body Language onderzoek (EBL)
EBL ondersteunt baby’s, kinderen en volwassenen met ontwikkelingsstoornissen, contact- en communicatieproblemen. Werkend met EBL richt ik mij op de ‘emerging’ = ontluikende lichaamstaal die ontstaat tussen mij en de cliënt. Door mee te bewegen met pauzes op de meest eigen bewegingen van de cliënt kan er op een veilige manier contact gemaakt worden. EBL heeft twee diagnostische instrumenten ontwikkeld. Door middel van een analyse van een videoopname worden motorische elementen van lichaamstaal die in de gefilmde interactie zichtbaar is, in kaart gebracht. Een tweede mogelijkheid is het analyseren van grafische elementen van tekeningen. De analyse biedt vervolgens handvatten om interventies in te zetten, passend bij de ontwikkelingsfase waarin cliënt, therapeut en omgeving zich bevinden. Hierdoor ontstaan bij de cliënt (en zijn omgeving) nieuwe of sterkere interactiestructuren. De interactie van de cliënt met zichzelf (impulsen, prikkels, emoties etc.) en met anderen wordt daarmee flexibeler en doelgerichter.

2) Familieopstellingen met duplopoppetjes
Wanneer situaties letterlijk niet meer te overzien zijn, gebruik ik de methode "een taal erbij". Hierbij maak ik gebruik van een koffer. In die koffer zitten duplopoppetjes en andere voorwerpen als schelpen, stenen, playmobielpoppetjes, kleurvlakjes, dieren etc. Deze voorwerpen worden gebruikt door het kind of volwassene om personen, situaties en emoties op te stellen. Allerlei voorwerpen kunnen je helpen om abstracties zoals grenzen, krachtbronnen, verlies, je positie binnen het gezin, gevoeligheden etc. te symboliseren. De poppetjes kunnen staan, zitten en liggen; hun hoofden, armen en benen zijn beweegbaar. Een voorovergebogen poppetje kan een depressief iemand voorstellen. Een zittend poppetje kan een ontspannen of passief iemand voorstellen, een liggend poppetje een ziek of overleden persoon. Deze opstelling verbeeldt de innerlijke beleving. Samen bouwen we stap voor stap aan deze opstelling. Patronen worden hierdoor zichtbaar. Ik stel vragen en zoek mee naar antwoorden en alternatieven voor deze opstelling. We zoeken samen naar mogelijke hulpbronnen en oplossingen. Situaties worden met de opstelling concreet zichtbaar gemaakt. Het is een speelse manier voor zowel kinderen, jongeren en volwassenen. Het biedt bijzonder verhelderende inzichten in bijvoorbeeld oude patronen in je gevoelens, gedachten, gedrag. Hoe deze ontstaan zijn en zich herhalen. En soms spelen deze patronen meerdere generaties een belangrijke rol.

3) Gezins-creatieve-therapie (GCT) is gericht op positieve verandering van het interactiepatroon van het gezin.
Het behandelaanbod bestaat uit 10 sessies, van 1½ uur, om de week. De therapie wordt door twee therapeuten begeleid. 
De voor en nabespreking is met ouder(s) alleen. Daarin ligt de nadruk op het bespreken van een ‘’handleiding’’ die past bij ouders en kinderen. 
De ouders formuleren samen met de vaktherapeut vanaf de 2de sessie doelen. Ieder lid van het gezin heeft zijn eigen doel(en). Daarmee worden ouders meteen verantwoordelijk voor hun eigen therapieproces en dat van hun kinderen.
De werkpunten worden vertaalt in concrete creatieve opdrachten door de therapeuten.  We bedenken opdrachten die passen bij het gezin en tot een succeservaring leiden. 
De opdrachten worden vooraf met de ouders doorgesproken zonder de kinderen erbij. De ouders geven daarna zelf leiding aan hun kinderen bij de uitvoering van de opdracht. Al doende werken de ouders aan hun gestelde doelen. Op die manier ontstaat een positieve verandering in hun manier van omgaan met elkaar. Het doel is dat zij die manier van doen ook in het dagelijks leven in de omgang met elkaar en hun eigen omgeving blijven gebruiken.
Doelen kunnen zijn:

  • De ouders hebben handvatten voor het grootbrengen van hun kinderen. 
  • ​De ouders kunnen inspelen op de verschillende leeftijden van de kinderen.
  • De ouders kunnen overleggen, taken verdelen, plannen, leiding nemen.
  • De ouders herkennen hun eigen aandeel in succeservaringen en ontwikkelen vertrouwen in eigen kunnen.
  • De ouders kunnen positief opvoedgedrag in de thuissituatie toepassen.
  • De ouders hebben overzicht over hun (on)mogelijkheden bij het grootbrengen van hun kind(eren).
  • De kind(eren) zijn in hun ontwikkeling gegroeid.